Een man verandert zijn wifi-wachtwoord en zijn buurman belt 112…

Een doodse stilte daalde neer in de kamer. Melanie knipperde met haar ogen. Ik… begrijp het niet.

Welke camera filmt er? Darius’ vingers zweefden boven het toetsenbord. Die van mij. Hij draaide de computer om.

Mijn bewakingscamera’s. Iemand had toegang tot mijn livebeelden en keek ernaar. Carters uitdrukking verstrakte.

“Je bedoelt dat iemand je bespioneert via je eigen beveiligingssysteem?” Darius zuchtte scherp. “Dat is precies wat ik zeg.” Maar toen… kromp zijn maag ineen.

Want hoe meer hij door de pagina’s scrolde, hoe meer hij besefte dat het niet alleen zijn camera’s waren. Zijn systeem had meerdere IP-adressen gedetecteerd. Sommige behoorden tot zijn netwerk.

Maar anderen? Andere huizen. Oh. Dat is erg.

Darius fluisterde. Navarro kwam dichterbij. “Wat bedoel je?” Darius raakte het scherm aan.

Wie het ook is, ze kijken niet alleen naar mij. Ze kijken ook naar de mensen in de buurt.

Melanie deed een stap achteruit en schudde haar hoofd. Nee. Nee, dat is onmogelijk.

Darius draaide zich naar haar om. “Weet je het zeker?” Hij klikte op een ander bericht. Er werd een nieuwe thread geopend.

Er verscheen een schemerige gang. Daarna een woonkamer. Daarna een slaapkamer.

Melanie snakte naar adem. Wacht. Dat is alles… Darius hoefde het niet eens te vragen.

Hij herkende het meteen. Het was zijn huis. Hij deinsde achteruit, zijn hand voor zijn mond.

Navarro’s stem was droog. Hoe is dat in vredesnaam mogelijk? Darius klemde zijn tanden op elkaar. Als hij moest raden…

Een buurman heeft een nepnetwerk geïnstalleerd. Een wifi-signaal dat lijkt op een normale verbinding. Mensen maken er verbinding mee zonder het te beseffen.

En zodra ze dat doen, zijn hun apparaten gecompromitteerd. Carters gezicht betrok. “Je bedoelt… een man-in-the-middle-aanval?” Darius knikte.

Precies. Melanie’s stem trilde. “Je zegt dat iemand… wat? Kijkt naar mij? Mijn familie?” Darius hield zijn ogen niet van haar af.

Dat is precies wat ik zei. Hij liet zich in een stoel zakken, zijn handen trilden. “Mijn God!”

Navarro klemde zijn tanden op elkaar. Oké. We moeten uitzoeken wie hierachter zit.

En snel. Maar wat niemand van hen wist, was dat de dader veel dichterbij was dan ze dachten. Rechercheur Navarro verspilde geen tijd.

Hij pakte zijn portofoon en riep om hulp in de strijd tegen cybercriminaliteit. “Dit is groter dan we dachten,” fluisterde hij tegen agent Carter. “Als iemand een bewakingsnetwerk beheert, schendt hij niet alleen de privacy, maar begaat hij ook een misdaad.”

 

zie volgende pagina

zie vervolg op de volgende pagina

Leave a Comment