Carter knikte en keek serieus. En als we ze nu niet tegenhouden, wie weet hoe ver ze dan nog zullen gaan? Darius, nog steeds achter zijn laptop, zette zijn onderzoek alweer voort.
Hij was geen hacker, maar hij wist genoeg over netwerkbeveiliging om te weten waar de data naartoe werd gestuurd. Hij opende de IP-logs en bleef even stilstaan.
Dat is onmogelijk. Navarro keek op. “Wat?” Darius draaide het computerscherm zodat ze konden zien.
De gegevens worden niet zomaar naar een willekeurige server gestuurd. Ze worden naar een adres hier in de buurt gestuurd. Melanie’s ogen werden groot.
“Je bedoelt dat iemand in je omgeving hierachter zit?” Darius knikte. “Het komt uit een huis een paar huizen verderop.” Navarro’s gezicht betrok.
Kun je precies zien welke? Darius werkte snel en vergeleek de tijdstempels van de verbinding met de signaalsterkte. Binnen enkele minuten vond hij een match. Zijn maag kromp ineen.
Ze herkende het adres. Melanie ook. “Nee,” fluisterde ze hoofdschuddend.
Dit is… Darius onderbrak hem koeltjes. Dit is Brandons huis. Brandon Foster.
Melanie’s neef. Een 22-jarige student die een paar maanden geleden bij haar introk. Hij was stil, altijd achter zijn computer en had zelden contact met anderen.
Opeens viel alles op zijn plaats. Melanie verbleekte. Nee.
Nee. Dat slaat nergens op. Brandon is niet… Hij zou niet… onderbrak Carter.
We moeten met hem praten. Onmiddellijk. Melanie aarzelde.
Hij wilde het niet geloven. Maar diep van binnen zei iets hem dat het waar was. “Ik breng je naar hem toe,” fluisterde hij.
Darius stond op. “Ik ga ook.” Navarro staarde hem aan.
Nee. Blijf hier. Laat ons dit regelen.
Darius klemde zijn kaken op elkaar. Hij haatte het om toe te kijken terwijl hij degene was die alles ontdekte. Maar hij wist ook dat verzet zinloos zou zijn.
Oké, fluisterde hij. Maar je kunt hem maar beter de waarheid vertellen. Maar de waarheid? Het was nog erger dan ze zich hadden voorgesteld.
Melanies handen trilden toen ze Navarro en Carter door de straat leidde, naar haar huis. Elke stap voelde zwaarder dan de vorige. Brandon? De jongen die ze in huis had genomen? De jongen die ze had geholpen zijn school af te maken? Hij kon het niet zijn.
En toch, diep vanbinnen fluisterde een stem in haar hoofd: “Wat als dat zo was?” Ze deed de deur open en klopte aan. “Brandon? Kun je even naar beneden komen?” Er kwam geen antwoord.
Navarro wisselde een blik met Carter voordat hij naar binnen ging. “Laten we naar boven gaan.” Melanie protesteerde niet.
Ze omhelsde zichzelf en haalde diep adem. Ze liepen de trap op en bereikten Brandons slaapkamerdeur. Die was gesloten.
zie volgende pagina