Darius Coleman kon geen onnodige aandacht waarderen. Hij werkte vanuit huis, verzorgde zijn tuin en sprak alleen met zijn buren als dat nodig was. Meestal werd hij met rust gelaten, en dat was precies hoe hij het graag had. Totdat een simpele beslissing hem onder toezicht zette.
Het begon allemaal op een donderdagmiddag in Crestwood, Missouri. Darius had net een lange ochtend gewerkt en besloot een pauze te nemen om zijn internetverbinding te controleren. De laatste tijd was zijn wifi-verbinding onstabiel: trager dan normaal, met buffering tijdens videogesprekken en vertraging bij het streamen van muziek.
Eerst dacht hij dat het aan zijn onbetrouwbare provider lag, maar er leek iets mis te zijn. Hij onderzocht het probleem verder. Toen hij de routerinstellingen op zijn telefoon opende, zag hij een apparaat met zijn netwerk verbonden dat hij niet herkende.
De naam was niet zomaar een combinatie van cijfers en letters. Het leek alsof iemand hem er expres op had gezet: Crestwood I-01.
Het was vreemd. Darius woonde alleen. Hij had niet veel apparaten verbonden met zijn wifi, afgezien van zijn telefoon, laptop en televisie.
Hij was ook niet iemand die zijn wachtwoord wilde delen. Dus, wie gebruikte er internet? Geïrriteerd besloot hij alle onbekende apparaten van het netwerk te verbreken en zijn wachtwoord te resetten. Hij ging naar buiten om een beter signaal te krijgen, leunde tegen de muur van zijn huis en voerde zijn nieuwe inloggegevens in.
En toen zag Melanie Foster hem. Vanuit haar keukenraam zag ze Darius in de deuropening staan, zijn ogen strak op zijn telefoon gericht en zijn vingers snel over het scherm scannend. Ze vond hem er verdacht uitzien.
Ik vertrouwde hem nooit, niet om een bepaalde reden, maar omdat hij nooit geïnteresseerd leek in het buurtleven. Hij kwam niet naar buurtfeestjes. Hij sprak nauwelijks met iemand.
En nu zat hij daar buiten te prutsen met iets op zijn telefoon. Zijn gedachten kwamen tot de meest verschrikkelijke conclusie: hij was aan het hacken.
Ze wist niet wat of waarom, maar diep van binnen voelde ze het. Er klopte iets niet. Voordat ze zichzelf ervan kon overtuigen, pakte ze haar telefoon en belde ze 112.
Ja, ik moet iets verdachts melden. Mijn buurman zit buiten met zijn telefoon te spelen. Ik weet niet wat het is, maar het ziet er… vreemd uit.
Kunt u iemand sturen om te controleren? De telefoniste stelde een paar vragen, maar Melanie had geen concrete antwoorden. Ze bleef maar herhalen wat ze aan het doen was.
Ik wist het. De politie was onderweg. En Darius? Hij had geen idee dat zijn rustige middag zou uitmonden in een grootschalig onderzoek.
Maar niemand van hen wist dat het echte gevaar niets met Darius te maken had. Hij had net zijn wifi-wachtwoord bijgewerkt toen hij de sirenes hoorde. Aanvankelijk schonk hij er weinig aandacht aan.
zie volgende pagina