Op mijn huwelijksnacht moest ik mijn bed afstaan ​​aan mijn schoonmoeder, omdat ze “dronken” was. De volgende ochtend vond ik iets aan mijn laken vastgeplakt, waardoor ik geen woord meer kon uitbrengen.

Ze wankelde en rook naar alcohol, maar haar ogen waren volkomen helder.

“Claire, het is beneden te lawaaierig,” zei ze met zachte maar koude stem.

“Laat me hier vannacht even uitrusten. Even maar.”

Ik keek Ethan ongemakkelijk aan. Hij aarzelde even en fluisterde toen:

“Mama is gewoon een beetje dronken. Laat haar nog even blijven, lieverd.”

Ik wilde op mijn eerste nacht als bruid geen problemen veroorzaken.

Ik knikte en pakte de kussens en legde ze op de bank beneden.

Maar toen ik wegging, zag ik Margaret met een blik op haar zoon kijken. Niet de blik van een dronken moeder, maar iets anders: bezitterigheid en de angst om de controle te verliezen.

De volgende ochtend ging ik terug naar de kamer om Ethan te bellen voor het ontbijt.

De deur stond op een kier.

Ik duwde

De kamer was leeg.

De lakens waren gekreukt, de geur van parfum was sterk en op het nachtkastje lag een oude foto: een foto van Ethan als achtjarige, zittend op de schoot van zijn moeder, met zijn vader achter hem, maar met de helft van zijn gezicht eraf.

Ik heb de foto gemaakt. Op de achterkant stond een handgeschreven notitie:

“Wij hebben niemand anders nodig.”

zie vervolg op de volgende pagina

Leave a Comment